Andere tijden

Standaard

Tijdens de hysterie rondom de ‘Lieve Johnny’ brief en na de uitzending bij Pauw, bleek al snel dat er nog veel onduidelijk en weinig kennis is met betrekking tot de specifieke doelgroep waar ik mee werk. Niet alleen waar ik en mijn collega’s dagelijks mee te maken hebben, maar ook hoe we te werk gaan in bijvoorbeeld een noodsituatie. Zo bleek ook vandaag.

Vandaag kwamen staatssecretaris Martin van Rijn en het CNV op bezoek bij een locatie van de Amerpoort. Tijdens de introductie luidde er ineens een alarmbel. Een tweetal aanwezigen stonden op en verlieten de ruimte voor een tijd. Niet veel later hoorden we een enorm kabaal op de gang, waarbij duidelijk was dat er iemand hard tegen een deur stond te trappen of bonken. De manager van de locatie benoemde om welke cliënt het ging, wat mogelijk de reden was van de escalatie en wat er ongeveer aan het gebeuren was op de gang. 

Een van de aanwezigen greep de gelegenheid aan om een vraag te stellen. ‘Als zo’n situatie zich voordoet, maken jullie dan ook gebruik van sedatie?’

Een woord wat je niet zo vaak hoort, sedatie. Sterker nog, ik wist niet eens wat het was, laat staan hoe ik het als werkwoord moest toepassen. Ik sedeer, hij sedeert, wij hebben gesedeerd? En wat is er dan precies gebeurd als we gesedeerd hebben? Ik kwam niet los van het woordje ‘sedert’, maar kon me niet voorstellen dat het daar iets mee te maken zou hebben. 

De weerbaarheidscoach op dat moment aanwezig gaf haar antwoord en vertelde dat wanneer er een escalatie voordoet, de begeleiders erop getraind zijn de cliënten op een humane wijze vast te houden en/of eventueel te verplaatsen. 

Eenmaal thuis besloot ik op te zoeken wat sedatie inhoudt. Wikipedia leerde mij dat dit het verlagen van de staat van bewustzijn van een patiënt is. Dit door middel van toediening van geneesmiddelen, zogenoemde sedativa. In huis-, tuin- en keukentermen ‘platspuiten’ genoemd. 
In gedachten zie ik een verslag van 50 jaar geleden waarin beschreven staat hoe een cliënt bij tijden gedrogeerd op bed vast gebonden ligt wanneer hij het moeilijk had en agressie vertoonde. Wanneer hij wakker was liep hij versuft rond en wanneer de drugs uitgewerkt waren, begon de riedel weer van voor af aan. De tijden van de nonnen, waarin ze niet beter wisten en ze deden wat ze konden. 

Ik zou liegen wanneer ik zou zeggen dat er nu geen gedragsmedicatie wordt gegeven. Echter wordt er in de huidige tijd steeds vaker gekeken naar waar het gedrag vandaan komt dan hoe deze te onderdrukken. Wat maakt dat iemand boos, angstig en dus soms agressief wordt? Hoe kunnen wij dit voorkomen, de cliënt bij deze heftige emoties ondersteunen en ze door een moeilijke periode helpen? Moeilijk verstaanbaar gedrag bestaat uit vijftig tinten grijs, niets is zo zwart-wit als dat het lijkt.  

We zitten samen op de bank, jij en ik. Ik heb je arm vast en mijn been over jouw benen geklemd. Een collega zit aan de andere kant en zorgt ervoor dat je mij niet kan bijten. 

Ik voel de spanning door je hele lijf, hoe je probeert los te komen en je emoties op mij te botvieren. Al zijn jouw woorden niet op mij gericht. 

Nog een andere collega loopt onverstoorbaar rond door het lokaal en zorgt ervoor dat rest rustig blijft. Je schreeuwt haar toe. “Ik ga jou dood maken! Ik maak jou helemaal kapot! Ik ga haar slaan!” 

Zo blijven we zitten en na een aantal minuten neemt je verbale geweld af en voel ik hoe je je verzet staakt. 

Ik maak oogcontact met je en zie een, op het eerste gezicht, onbestemde blik. Even blijven we zo zitten. Dan zeg ik: “Je hebt Marja gemist, he?” 

Een grote snik is het gevolg en de tranen stromen over je wangen. 



Marja is lange tijd afwezig geweest. Hij heeft een hechtingsstoornis. 

Plaats een reactie