‘Wat is je challenge voor morgen?’ vroeg mijn collega mij gistermiddag, terwijl we in de tuin een sigaretje rookte en de schaapjes zichzelf voor 5 minuten mochten vermaken.
‘Mijn vijf favoriete nummers.’
‘Ow, makkie!’
‘Ow ja? Wat is jouw top 5 dan?’
Even bleef het stil, hij blies de rook uit en zei: ‘Oeh, das een lastige.’
Precies.
Want, zoals al eerder gezegd, doet mijn muzieksmaak vermoeden dat ik meerdere persoonlijkheden heb. Van metal tot aan happy-hardcore, er zijn zoveel nummers waar ik heel erg blij van wordt.
Maar om een niet-metalfan uit te leggen waarom juist James Hetfield het fijnst hell-yeah-ed in mijn oortje, is een onmogelijke missie. Net als de reden waarom ik het niet kan om op ‘Have you ever been mellow’ stil te staan en mee te zingen op eenzelfde toonhoogte.
En dus wordt het geen top-5 beste-songs-aller-tijden, maar een memory-list. Nummers die, wanneer ze op de radio zijn, me meteen terug brengen naar dat ene moment. Een persoon, herinnering of situatie die onlosmakelijk verbonden is aan dat ene liedje.
Whitney Houston – I Will Always Love You
Het korte, zwarte (zonder toestemming gevraagd geleende) jurkje van m’n zus aan en het volume zo hard mogelijk. Dat wil zeggen, hard genoeg om m’n moeder nog net op de trap te kunnen horen rammen dat het geluid zachter moest, voor ze m’n kamer op kwam stormen.
Mijn allereerste singeltje, compleet grijs gedraaid. Vooral de uithaal op 3:10 was mijn favoriet. Met een borstel in m’n hand ging ik he-le-maal los voor spiegel. Tot m’n vader de deur open smeet met de vraag wie ik aan het vermoorden was.
Zelfs nu, jaren later, moet ik met moeite de drang onderdrukken om voluit mee te krijsen. Tenzij ik met een fles wijn in m’n mik in een homobar sta. Dan gaan alsnog alle remmen los!
http://m.youtube.com/watch?v=3JWTaaS7LdU
Dire Straits – On Every Street
Mijn moeder negeert hardnekkig de afgrond, terwijl ik zowat uit het raampje hang om van het uitzicht te genieten.
Daar in de bergen van Caldonazzo werd ik verliefd op de stem van Mark Knopler en zijn zingende gitaar. Hoe vaak moeders ook probeerde ‘Sultans of Swing’ te verwisselen voor een cd van The Eagles of (slik) Neil Diamond, ze was weerloos tegen mijn vader. Of eigenlijk tegen mij, die lieflijk vroeg: ‘Papaaa?! Mag Dire Straits erin?’ Stiekem vermoed ik dat het niet alleen dat lieflijke stemmetje was, maar ook Vadertje Floor’s eigen voorkeur. Hoe dan ook, niet lang daarna klonk het onmiskenbare geluid van de Dire Straits door de auto.
Terwijl we langs watervallen en meren reden, eindeloze bergweggetjes onder ons doorschoten, wachtte ik ongeduldig tot ik de eerste klanken hoorde van nummer 13. Dan kon ik helemaal weg zwijmelen ik in mijn dagdromen. Bestond er niets meer dan alleen die prachtige omgeving om mij heen, mijn hersenenspinselen kregen de vrije loop en merkte ik vaag in mijn onderbewustzijn hoe het volume op 2:50 nog een extra zetje kreeg.
http://m.youtube.com/watch?v=TYXI4zjbhTo
Volbeat – Hallelujah Goat
Niet mijn eerste metalervaring. Dat was, hoe kan het ook anders, ‘Enter Sandman’ van Metallica. Bij broederlief op de kamer, drummen met potloden en ongeëvenaarde luchtgitaarsolo’s weggeven.
Maar toen werd ik verliefd op Volbeat (en hun bassist), direct bij de eerste tonen die ik hoorde.
Na wat niet te misverstaande hints te hebben geplaatst, klein beetje gedramd te hebben en misschien een kleine bedreiging te hebben geuit, volgden op mijn verjaardag kaartjes voor Graspop.
Als een hyperactief kangaroe, inclusief bijpassende broek-met-van-die-zakken-aan-de-zijkant, huppelde ik over het festivalterrein. Ja, letterlijk huppelen.
‘Schatje, hoe dan ook, ik zorg dat jij vooraan bij dat podium staat.’
Het meest romantische wat iemand ooit tegen me gezegd heeft! (Geintje natuurlijk!)
In de tent stonk het naar bier, zweet en andere onaangename lichaamsgeuren, maar daar was ik mij niet van bewust. Met grote ogen staarde ik naar het podium. En de mensenmassa die ervoor stond. De moed zakte me in m’n gebloemde gympen, tot een hand de mijne beet pakte en me mee trok.
Nog geen twee nummers, drie elleboogstoten, een beuk op m’n hoofd en tientallen voeten op mijn tenen, stond ik daar. Met m’n blije moelie recht voor, jawel, Anders Kjølholm. Ik sprong (op de tenen van mijn twee beschermengelen naast mij, die het kleine blondje best voor hun wilde laten staan), ik gilde m’n stembanden eruit en aan het einde van het laatste liedje was ik een hartaanval nabij. Anders boog zich voorover naar de beveiliger die al die tijd voor mij had gestaan (waarschijnlijk om te behoeden dat ik over het hek zou klimmen en hysterisch Michael Poulsen ten huwelijk zou vragen), gaf hem zijn plectrum, wees op mij en na een knipoog en een kushandje liep hij van het podium. Wat mij betreft kon de wereld op dat moment vergaan.
De P.O.D., the pick of destiny, draag ik nog elke dag bij me.
http://m.youtube.com/watch?v=EhHP4OKPFJg
Paul Weller – You Do Something To Me
Liefde.
Hij was niet de eerste, niet de ware en waarschijnlijk ook niet de grootste. De indruk die hij achter liet, des te meer.
Toch luister ik dit nummer niet met pijn in m’n hart, maar met een glimlach. Om de mooie momenten, alles wat ik van hem heb geleerd, de liefde die we voelden en zo mooi was.
http://m.youtube.com/watch?v=fCzF06GKROE
Kodaline – All I Want
Verliefd was ik op die grote blauwe ogen. En zij op mijn telefoon.
Met die kleine grijpgrage handjes had ze hem sneller te pakken dan dat ik met m’n ogen kon knipperen. Liefdevol kroop ze tegen me aan op de bank, de telefoon tegen m’n neus gedrukt en zoals altijd was er niets wat ik haar zou weigeren.
Na alle K3, Bumba en andere kindertv-ellende, besloot ik dat het tijd werd voor wat meer diepgang. Totaal onverwacht vond ze het geweldig. Zodra de eerste blikkerige tonen uit m’n telefoon klonken, keek ze stil, bijna gebiologeerd naar het beeldscherm. Haar lipjes bewogen mee met de woorden die gezongen werden, al kon ze nog geen woord Nederlands uitspreken. Daarentegen wist ze de knop om het nummer nog eens af te spelen prima te vinden.
Nu babbelt ze de oren van je hoofd, zijn er twintig andere liedjes die haar voorkeur hebben. En toch, zo heel af en toe, komt de vraag alsnog: ‘Mona? Mag ik t liedje van het hondje?’
Dan kruipen we weer samen op de bank, haar lijfje dicht tegen me aan en beweegt dat kleine mondje weer mee. Dit keer met de juiste (fonetische) woorden.
http://m.youtube.com/watch?v=mtf7hC17IBM